Zomers wintersporten op de Stelvio
Huur nu je ski’s online bij ALPINRESORTS.com met tot 65% korting. Gebruik code SNOWREPUBLIC5 voor 5% extra korting!
De Stelviopas
Door: Jasper Tomas
Langs de grens van Italië en Zwitserland ligt de op één na hoogste bergpas van het Alpengebied: de Passo dello Stelvio. Tussen Stilfs in Zuid-Tirol en Bormio in Sondrio slingert de SS38, oftewel de “Strada dello Stelvio”, ook wel de “Stilfserjochstraße”, de boomgrens in en uit tot 2757 meter boven zeeniveau. Al met al een prachtige verzameling rotsen, bos en vergezichten, die op de short-list staat bij menig bergliefhebber. Of het nu autofanaten, motorrijders of wielrenners zijn, de aantrekkingskracht van deze slingerweg naar boven is enorm. Hoewel ik met de motor graag een aantal keer naar boven en naar beneden zou willen sturen, zal ik het bij dit bezoek houden bij de ongemotoriseerde variant.
Of het nu autofanaten, motorrijders of wielrenners zijn, de aantrekkingskracht van deze slingerweg naar boven is enorm
Met een groep vrienden heb ik het plan gevat om mee te doen aan de Drieländergiro, een fietstocht van 168 km door Oostenrijk, Italië en Zwitserland, waarbij de Stelviopas bedwongen zal worden en in totaal 3300 hoogtemeters moeten worden afgelegd. Lees over deze ervaring op Mountainreporters.com.
Maar beste sneeuwliefhebbers, de Stelviopas biedt meer. Zoals de spreekwoordelijke kers op de taart ligt bovenaan de Stelviopas een bijzonder skigebied. Deze is enkel te bereiken wanneer de pas open is. In de zomer dus! Tussen eind mei en september kun je je vanaf de top van de pas met de gondel laten vervoeren naar Livrio op 3174 m en vanaf daar verder met de tweede gondel naar de Punta degli Spiriti op 3450 m. Eeuwige sneeuw zal je daar verwelkomen.
Op weg naar de Stelviopas
Maar we zijn er nog niet. Aangezien we in het Oostenrijkse Nauders verblijven (waar we morgen aan de start zullen staan voor de Dreiländergiro), zullen we eerst een kleine anderhalf uur met de auto moeten reizen.
na het passeren van de grens met Italië hebben we uitzicht op twee prachtige stuwmeren
Dit is overigens geen straf, want na het passeren van de grens met Italië hebben we uitzicht op twee prachtige stuwmeren; Lago di Rèsia (Reschensee) en Lago della Muta (Haidersee). Bij de eerste krijg je het bizarre beeld van een uit het wateroppervlak stekende kerktoren voorgeschoteld. De kerktoren is het enige wat verklapt dat we eigenlijk het dorpje Alt-Graun passeren, dat bij de aanleg van het stuwmeer onder water is komen te staan. Dit tafereel doet mij direct denken aan het door Wim T. Schippers ontworpen ‘Torentje van Drienerlo’ op de campus van de Universiteit Twente; een kerktorentje in een vijver. Was hij misschien geïnspireerd door de kerktoren van Alt-Graun?
Met de vlam in de pijp
Na het afdalen van de Passo di Rèsia (Reschenpass) arriveren we in Prato allo Stelvio (Prad am Stilfersjoch), waar de klim van de Stelviopas echt begint. Eerst nog even een tractor inhalen. Een trotse bestuurder zo te zien, want de oldtimer glimt van het poetsen en de Italiaanse vlag wappert statig in de roetwolken van de tweecilinder dieselmotor. Inhalen, even zwaaien en doorrijden naar de sneeuw! O wacht. Nog een tractor. En nog één. En nóg één… Natuurlijk. Ik zit te popelen om midden in de zomer de sneeuw onder mijn snowboard te voelen, maar ik rij mee in de “Oldtimer Tractor Tour 2018”, die natuurlijk vandaag plaatsvindt en met maximaal 15 km/u naar boven sukkelt. Er zit maar één ding op; meegaan in de stoet van oude trekkers, bedwelmd door de uitlaatgassen en het geluid van bonkende dieselmotoren.
Omdat ik in een slakkengang naar boven rol, heb ik alle tijd om de beroemde 48 bochten richting de top te bewonderen
Maar kijk ze genieten! Zelfs tactoreigenaren uit heel Europa hebben zich verzameld om de Stelviopas te bedwingen! Omdat ik in een slakkengang naar boven rol, heb ik alle tijd om de beroemde 48 bochten richting de top te bewonderen. Ik knijp ‘m wel een beetje. Áls ik morgen al boven kom op mijn fietsje, heb ik nog ruim 100 kilometer te gaan…
De gondel naar de top van de Punta degli Spiriti op 3450 meter
Maar ach, dat is morgen pas. In de gondel maak ik mijzelf wijs dat er voor een lange fietstocht geen betere warming-up bestaat dan lekker snowboarden. En dat kan best aardig daar op de westerlijke gletsjer van de Punta degli Spiriti. Je moet de sleepliften wel voor lief nemen en dat lukte mij alleen dankzij het zicht op de prima geprepareerde pistes. Lang geleden, na een half uur klunzen om met een sleeplift weg te komen inclusief meerdere buitelingen halverwege de reis naar boven, heb ik gezworen nooit meer een dergelijke kwelling te ondergaan en sleepliften voortaan enkel als decoratie van een berg te beschouwen.
Maar ja, even stellig als ik de sleepliften heb afgezworen, zwicht ik nu voor het gebruik van dit primitieve stukje techniek, omdat het de enige mogelijkheid is om hier uren snowboardplezier te hebben. En ja hoor, daar hang ik mijn linkerbil achter de pannenkoek, weet ik te blijven staan bij ‘take-off’ en voel ik na honderd meter de kramp al in mijn voorste voet… Ik moet toegeven, na enkele keren went het al wel en de sleeplift verdwijnt langzaam uit mijn lijstje met nachtmerries.
Dit is ondertussen wel het grootste zomerskigebied van Europa!
De eerste indruk
Na een uurtje heb ik het gebied een beetje verkend. De pistes zijn niet heel spannend voor een gevorderde skiër of snowboarder. Er is een enkele rode piste en voor de rest is het blauwe pistes wat de klok slaat. Bovendien is het gebied met zes skiliften en negen kilometer aan piste niet echt groot te noemen. Zeg maar gerust klein. Maar hier spreekt een ‘winter-wintersporter’. Dit is ondertussen wel het grootste zomerskigebied van Europa! En ik moet toegeven dat het goed voelt om hier te zijn; de sneeuwkwaliteit is verrassend goed en het is niet druk. Je kan hier uitstekend een paar dagen aan je techniek werken door bijvoorbeeld alleen ‘switch’ te rijden.
Mijn beeld wordt bevestigd door het grote aantal skiklasjes die ik voorbij zie komen terwijl ik in de sleeplift hang; gevorderde skiërs jagen het slalom-parcours over om zo in de zomerperiode toch te kunnen trainen. Ook kan een beginnende wintersporter hier prima oefenen, omdat de helling van de pistes behoorlijk constant is. ‘s Middags gaan de skiliften dicht, dus vroeg beginnen is het devies. Om half acht gaan de liften al open. Als je geen zin hebt om daarvoor nog de pas op te moeten rijden; er zijn hotels bovenaan de Stelviopas.
De ’trainingsdag’ zit erop
Mijn ‘trainingsdag’ zit er bijna op, maar eerst nog een drankje in het restaurant in Livrio. Tja, een warme choco gaat mij toch iets te ver zo midden in de zomer, maar het zou prima kunnen. Toch maar een cola. Na deze korte pauze daal ik weer af met de gondel. Op de heenweg ben ik vergeten te kijken hoe de afdaling naar de pas – je kunt het niet echt een ‘dalafdaling’ noemen – erbij ligt.
een warme choco gaat mij toch iets te ver
Ik durf niet via de piste af te dalen uit angst mijn nagenoeg nieuwe board aan een grindbehandeling te onderwerpen. Natuurlijk zie ik een prima wit spoor naar beneden slingeren, dus bij deze; volgende keer ga ik per snowboard. Ik kan vanuit de gondel wel mooi genieten van het uitzicht op de pas. Je zal daar maar omhoog moeten fietsen…
Jasper is een gepassioneerde wintersporter en sinds begin 2018 gastblogger voor snowrepublic.nl