Vorige week was ik op uitnodiging van Serre Chevalier in dit skigebied om te ontdekken wat er allemaal te doen is en waarom je moet kiezen om te gaan wintersporten in Serre Chevalier. Nou, daar ben ik wel achter: het is een fantastisch gebied dat méér biedt dan alleen goede pistes. En het mooie is: er zijn haast geen Nederlanders. Eerder publiceerde ik al de mooiste foto’s die ik tijdens deze trip maakte.

Waar ligt het?

Toen ik in mijn omgeving vertelde dat ik naar Serre Chevalier zou gaan werd er licht fronsend gereageerd. Van “nog nooit van gehoord” tot aan “waar ligt dat?” Ik snap ’t wel, maar het is absoluut onterecht. In dit reisverslag zal ik je vertellen waarom dat onterecht is. Enfin, waar zal ik beginnen?

Historie

Serre Chevalier ligt in Frankrijk, in de zuidelijke Alpen om precies te zijn. Het ligt vlakbij de Italiaanse grens en is om meerdere redenen bijzonder. Eén daarvan is dat de historische stad Briançon onderdeel is van het skigebied. En bijzonder is deze stad vooral vanwege de strategische ligging, die werd gesticht door de Romeinen, en rijke geschiedenis. Met dank aan het roerige verleden van Briançon zijn er volop oude forten en verdedigingswerken te vinden. En het leuke is dat die verrassend goed bewaard zijn gebleven.

Briançon is een historische stad met een hart. Zeker een bezoekje waard!

Via een oude poort – La Porte de Pignerol – loop je de oude binnenstad binnen en kom je terecht in een wirwar van kleurrijke straatjes. De vestingwerken van Briançon komen van de hand van bouwmeester Sebastién Vauban. Bijzonder is dat al deze vestingwerken tot werelderfgoed van UNESCO zijn benoemd, dus ook die in Briançon. Een andere reden is dat het gebied erg sneeuwzeker is en je er dus wel van uit kunt gaan dat er sneeuw ligt. Erg fijn in deze sneeuwarme tijden! Tegelijkertijd is het een heel zonnig gebied, er zijn maar liefst 300 dagen per jaar met zonneschijn. De rest van de dagen sneeuwt het.

Hoe kom je er?

Wij vlogen naar Turijn om van daaruit met de auto in slechts 1,5 uur naar Serre Chevalier te rijden. Ga je met de auto dan liggen er 1100 kilometers voor de boeg (vanaf Utrecht). Dat is dus nét zo ver als naar Val Thorens, Tignes of Val d’Isère. Reis je met de trein, dan kan je met de TGV-trein naar Oulx, op 30 minuten rijden van Briançon. Je kan er ook voor kiezen om met de nachttrein te reizen, die vertrekt vanaf Parijs.

Wist je trouwens dat Serre Chevalier uit verschillende dorpjes bestaat? Het gaat om Chantemerle, Villeneuve, Les Monetier les Bains en Briancon. Ieder dorp heeft z’n eigen charme en kent veel authentieke en vaak oude huizen. Dus geen lelijke uit de grond gestampte appartementencomplexen. Dat komt de sfeer zeker ten goede.

PISTES EN SKILIFTEN

Het skigebied van Serre Chevalier bestaat uit 250 kilometer piste waaronder 32 kilometer zwart, 80 kilometer rood, 84 kilometer blauw en 54 kilometer groen. 80% van de pistes bevindt zich boven de 2.000 meter. Er zijn 61 skiliften, waaronder 7 gondels, 20 stoeltjesliften en 28 sleepliften.

Als we intrek hebben genomen in hotel Rock Noir, een fijne ski-in ski-out gelegen tegenover de gondel “Aravet”, vertrekken we richting de piste. Via Aravet en de stoeltjeslift Foret skiën en boarden we over de pistes. Het heeft even gesneeuwd dus dat laagje verse poeder is meer dan welkom. Wat opvalt is dat het enorm rustig is. Ja, het is laagseizoen, maar er zijn pistes waar we werkelijk de enige zijn en er zijn dus ook totaal geen wachttijden bij de liften. In het weekend is het wel wat drukker omdat er dan veel dagjesmensen uit Frankrijk en Italië naar het gebied trekken om te gaan skiën. Logisch!

Hoe zijn de liften?

Het gebied kent vrij veel stoeltjesliften. Sommigen daarvan zijn nog wat gedateerd en traag, maar de afgelopen tijd is er sterk geïnvesteerd in de modernisering van liften. Zo zijn diverse sleepliften vervangen door snelle stoeltjesliften. Overigens staan een hoop liften nog op de nominatie om in de komende tijd te worden vervangen. Daaronder vallen bijvoorbeeld ook de gondellift Aravat en stoeltjeslift Bachas. In Serre Chevalier hebben ze ook nog van die schattige vintage eitjes. Die staan eveneens op de nominatie om vervangen te worden. Begrijpelijk, maar het is best een beetje zonde.

Hoe is het gebied?

We ontdekken dat het gebied veelzijdig is waarbij je gemakkelijk een week kunt vermaken. Van de ene naar de andere kant skiën is uitdagend, maar vooral afwisselend. De ene keer ski je tussen de bomen (lariksen; deze verkleuren in de herfst tot fantastisch gouden kleuren; een reden genoeg om eens in de herfst te komen) om vervolgens ver boven de boomgrens verder te gaan. Het gebied wordt veelal gekenmerkt als gebied dat minder geschikt is voor beginners.

Dat kan ik slechts ten dele bevestigen; wij hebben de eerste dag vrijwel alleen maar blauwe en groene pistes gedaan. Toegegeven: er zijn veel rode pistes die soms pittig kunnen zijn. Maar toch kun je als beginner goed uit de voeten; daarvoor moet je de veelal hoger gelegen pistes pakken. Voor kinderen zijn er mogelijkheden om les te nemen, maar hou er rekening mee dat de skileraren over het algemeen alleen Frans spreken, enkele Engelstaligen daargelaten.

Pistekaart van Serre Chevalier

Uitzicht

Als de zon definitief doorbreekt passeren we een klein en eenvoudig hutje, maar met een uitzicht waar geen woorden voor zijn. Schitterend! We nemen er plaats en drinken wat koffie en thee. Toevallig zit er een Nederlands stelletje naast ons en we maken een praatje. Het blijken uiteindelijk de enige Nederlanders die we zouden treffen, want de meeste toeristen zijn Engels, Italiaans en natuurlijk Frans. In het gebied tref je diverse hutten aan. Verwacht er niet per sé de gezelligheid van Oostenrijkse hutten, maar je kunt er tegen redelijke prijzen prima eten en drinken.

Wat een fantastisch uitzicht….

Pistes

Na deze pauze vervolgen we onze weg. We missen even een afslag, maar dat maakt ons niet uit. We skiën vrolijk door totdat het tijd wordt om terug te keren. Om in “ons” dal te komen nemen we een groene piste. Hmmm…deze is wel erg lang. We hebben niet goed gezien dat er ook een blauwe piste is die we kunnen nemen. Stom! De volgende dag nemen we deze wél. Het mooie is dat halverwege deze piste je de keuze hebt om een zwarte piste te doen om daarna je weg weer te vervolgen over de blauwe piste. Ik kies voor deze optie en de afwisseling is prima.

De lekkerste piste is volgens ons trouwens by far de “Cucumele”, een rode piste waar je heerlijk kunt racen, maar ook de Fangeas (die door ons “pancreas” werd gedoopt) is een favoriete in de blauwe categorie. Maar ben je wat minder gevorderd dan is dit juist ook een fijn piste om te nemen. Als je er bent moet je ook zeker de pistes nemen die boven Briancon liggen; dan heb je een prachtig uitzicht over deze stad met z’n ommuring (is dat een woord?)

Veel verschillende mogelijkheden in Serre Chevalier

Een dagpas in Serre Chevalier kost 59 euro. Vergelijk Val Thorens: 72 euro

Tip voor een leuke break

Wij kregen de tip om een bezoekje te brengen aan “La Cabana e Sucre”. Dit schattige hutje (het deed mij denken aan het hutje van Hans & Grietje), gelegen tussen twee pistes in, wordt gerund door twee lieve dames. Zij serveren vele lokale specialiteiten zoals warme appelsap met kaneel en rum, maar hebben ook een soort “speelplaats” met sneeuw en ijs gecreëerd. Zo kun je er sneeuwballen schieten met een katapult en worden er honinglolly’s in de sneeuw gemaakt. Ik hoor je denken: huh? Nou, het zit zo. Er wordt warme, lokale honing in een streep in de koude sneeuw gegoten. Als het een beetje gestold is dan doe je er een ijslollystokje in en draait de bijna gestolde honing rond het stokje. Als laatste doop je je lolly nog even in de discodip et voila! Super lekker én leuk.

Wij tussen de lieve dames van La Cabane a Sucre: super tip voor een leuke break op de piste

Waar kun je lekker eten?

Wil je écht lekker eten dan raad ik je aan om ’s avonds in één van de vele restaurantjes te gaan eten die je in de verschillende dorpjes aantreft. Wij aten bij “Le Manouille“, een authentiek restaurantje waar ze alles met de hand maken met gebruik making van lokale producten. En dat proef je. Man, man, man wat ik heb ik ontiegelijk lekker gegeten daar! Natuurlijk kun je er een heerlijk Frans wijntje bij bestellen.

We aten ook een avond in het mooie Briancon, in restaurant “La Gavroche“. Daar kun je genieten van overheerlijke fondue en raclette. Wel even reserveren, want het zat ramvol toen wij er waren. Naast deze twee restaurants zijn er tal van andere leuke, gezellige restaurantjes waar je prima terecht kunt voor de Franse keuken.

Duurzaamheid

Eén van de focuspunten van Serre Chevalier is duurzaamheid. Zij zijn het enige skigebied in de wereld dat eigen energie opwekt door gebruikmaking van drie technieken: kleine windturbines, zonnepanelen en hydro-electriciteit. Gemiddeld wordt er zo’n 30% van de totale energieconsumptie zelf opgewekt. De rest van de gebruikte energie is 100% groen. Het doel van het gebied is om in 2030 volledig emissie vrij te zijn. Daarnaast zijn er tal van programma’s geïnitieerd om het gebied nog groener en duurzamer te maken. Het is prettig om te ervaren dat er alles aan gedaan wordt om zo duurzaam als mogelijk te zijn.

Wat is er ’s avonds te doen?

Verwacht in Serre Chevalier geen dampende en stampende après-ski. Toch zijn er diverse mogelijkheden om ’s avonds een leuke tijd te hebben. In het plaatsje waar wij verbleven zijn er diverse gezellige kroegjes en pubs. Het meest bekend is wellicht nog wel “La Grotte”. Helaas was deze gesloten toen wij er waren. In de nabije omgeving zijn er ook een aantal andere mogelijkheden, zoals “Le 1420”  in La Salle les Alpes, “Le Trappeur” in Chantemerle of “Le Playoff” in Chantemerle.

Wat kun je nog meer doen naast het skiën?

Heb je even? Er zijn écht heel veel dingen die je in Serre Chevalier kunt doen naast het skiën. Eén van de meest bijzondere dingen is het thermische bad in Monetier les Bains. De plaatsnaam geeft dus eigenlijk al aan hoe belangrijk deze warmwater bron voor het plaatsje is. In deze thermische baden, Les Grand Bains, kun je heerlijk tot rust komen na een dag volle bak op de piste. Je treft er een binnenbad, buitenbad (altijd leuk om in koude omstandigheden de stoom van het bad zien komen), sauna’s en zelfs een Romeins bad aan. Maar misschien het meest opvallende is het “muziekbad”. Daar hoor je onder water muziek!

Fatbiken en mountainkarten

Maar er is nog veel meer te beleven naast de piste. Er is een enorme zipline: deze ligt tussen de Grand Serre (2.491 m boven zeeniveau) en de Grand Alpe (2.193 m boven zeeniveau). De lengte is 1 kilometer en de snelheid is maximaal 100 kilometer per uur. Adrenaline gegarandeerd. Ook rodelen kan voor de nodige adrenaline zorgen: ruim 4 kilometer lange afdaling met 26 bochten en een hoogteverschil van 573 meter! Natuurlijk mag een bezoekje aan de stad Briançon niet ontbreken. Verder kun je er ook nog mountainkarten: op een kart met sneeuwbanden de berg af scheuren, fatbiken en is er de mogelijkheid om als early bird als eerste de piste af te gaan. Je wordt dan met de pistenbully naar boven gebracht. Gaaf!

Sneeuwschoenwandelen en kaasfondue

Wij gingen twee, wel erg bijzondere activiteiten doen. Allereerst gingen we ’s avonds sneeuwschoenwandelen. Dat is an sich altijd al een belevenis, maar nu deden we het dus in het donker. En dan bedoel ik ook echt pikkedonker. Weinig tot geen omgevingslicht; het enige licht kwam van de sterren en van het kleine lampje op ons hoofd. Onderweg vertelde onze gids over de dierensporen die we zagen en hoe je kon herkennen wat voor soort dier het zou zijn geweest. Uiteindelijk komen we aan bij onze eindbestemming.

Een haardvuurtje met daarboven een pannetje met vin chaud. Er om heen staan een tipi tent en een iglo. Het was eigenlijk de bedoeling dat we in de inglo zouden kunnen zitten, maar door het warme weer van de dagen voor ons bezoek was de iglo helaas gesmolten en ingestort. Maar, de tipi tent was een uitstekend en gezellig alternatief. Binnen branden de kaarsjes, werd de stoof (verwarming) aangestoken konden we genieten van een heerlijke kaasfondue. Ons gezelschap bestond, naast de gids, uit een Engels stel en dat leverde interessante gesprekken op over de verschillen tussen Frankrijk, Engeland en Nederland. Vanzelfsprekend moesten we ook weer op de sneeuwschoenen door het donker terug. Meer informatie over deze activiteit vind je hier.

Honden

De andere activiteit is altijd een favoriet van mij: hondensleeën. Jordi, de baas van het spul beschikt over 42 honden en samen met de honden van zijn compagnons hebben ze zeker een roedel van zo’n 60 a 70 honden. We krijgen eerst uitleg over het ontstaan van het ras Husky. Opvallend is dat een groot aantal van de honden er niet uitzien als de bekende Husky’s, maar dat wél zijn. De honden hebben precies in de gaten wanneer het tijd is om te gaan sleeën. Een oorverdovend geblaf brandt los; ze willen allemaal maar één ding: rennen! Voor onze slee worden er acht prachtige honden aangelijnd en ze willen maar al te graag. Als het dan eindelijk zover is gaan we als een speer!

La Grave

Ben je een freerider of bergbeklimmer? Dan weet je vast wel dat het beroemde La Grave op steenworp afstand ligt. Een walhalla! Het dorpje zelf is een aanrader vanwege de authentieke sfeer.

Is het duur?

Laten we eerlijk zijn: wintersport is niet goedkoop. Toch is het opvallend dat dit gebied relatief goedkoop genoemd kan worden. Ter vergelijking: een dagpas kost voor volwassenen 59 euro, 315 euro voor 6 dagen. Ter vergelijking: voor diezelfde pas betaal je in Val Thorens 72 euro, 360 euro voor 6 dagen. Toch een aanzienlijk verschil wat je kunt gebruiken om lekker te eten en te drinken.

De prijzen van de accommodaties liggen ook een fractie lager dan in andere bekende Franse skigebieden. Het eten en drinken is, naar ik kan zien, ongeveer van het zelfde prijsniveau. Wat dat betreft is Serre Chevalier dus een goede en slimme keuze. Wil je nog meer op de centjes letten dan zijn er nog wat andere mogelijkheden om te besparen: als je gaat vliegen, neem dan alleen handbagage mee. Wij deden het ook, je hebt écht niet zoveel nodig. Sterker nog: we hadden zelfs kleren bij ons die we niet eens aan hebben gehad. Skispullen kun je natuurlijk ter plekke huren. Als je kiest voor een accommodatie die iets buiten de dorpsjes ligt kun je een hoop besparen. Met de skibus sta je binnen enkele minuten bij de lift.

Fantastische zonsopgang…(beeld webcam)

Plussen en minnen

Plussen

  • Rustig en geen wachtrijen voor de lift
  • Uitdagend gebied
  • Afwisselende pistes
  • Skiën tussen de bomen en boven de bomengrens
  • Heerlijk eten in de Franse keuken
  • Veel activiteiten te doen naast skiën
  • Weinig tot geen Nederlanders
  • Relatief voordelig
  • Veel aandacht voor duurzaamheid en natuur
Yep, that’s me

Minnen

  • Soms ietwat verouderde liften (maar die worden snel vervangen)
  • Het lijkt ver weg, maar dat valt in vergelijking met andere Franse gebieden best mee
  • Op sommige plekken geen internet/bereik
  • Afstand vanaf Nederland vergelijkbaar met Val Thorens of Tignes

Conclusie

Serre Chevalier is écht een onontdekte parel: het gebied heeft ontzettend veel pro’s en maar weinig con’s. Allereerst natuurlijk vooral de veelzijdigheid van de pistes; je skiet er tussen de bomen, maar ook boven de bomengrens. Het is ook een gebied waar de meer wat meer gevorderde skiër die zich zeker niet snel zal vervelen; je kunt je er prima een week vermaken. Maar de beginnende skiër komt zeker aan zijn of haar trekken.

Het is sneeuwzeker door de goede en hoge ligging en hierdoor heb je een zeer grote kans op zon. Het prijsniveau is alleszins acceptabel en er zijn nog mogelijkheden om nog meer te besparen. Bovenal is het gebied lekker rustig, ook op de drukkere dagen zul je niet snel lang hoeven wachten voor de liften. En als je ervan houdt om niet veel Nederlanders tegen te komen, dan is dit het gebied super geschikt voor jou. Qua vertier naast de piste geldt dat er veel aanbod is en dus voor ieder wat wils.

Voor gezinnen met kinderen die nog moeten leren skiën is het wat minder geschikt en als je niet wil vliegen is het per auto een forse rit. Maar eentje die vergelijkbaar is met de bekende skioorden als Val Thorens en Tignes. Al met al kan ik niet anders dan positief zijn over dit gebied. Ga het vooral met eigen ogen zien en vertel me hoe jij over dit gebied denkt!

Foto’s: Saskia & Barbara Smulders

Lees ook: