Wij zijn bezig met een skisafari in Aosta Valley. In deel 1 van mijn reisverslag kon je lezen over Champoluc (skigebied Monterosa) en Cervinia (samen met Zermatt het Matterhorn ski paradise). Dit deel 2 gaat over de westkant van de Aosta Vallei, waar we La Thuile en Courmayeur gaan bezoeken. Vanuit Cervinia rijden we in krap twee uur naar La Thuile. Bijzonder aan La Thuile is dat het een micro klimaat heeft. Dat betekent dat het hier altijd net ietsje meer sneeuwt en wat kouder is.  Dat is heel goed voor de sneeuw kwaliteit en daarom is het een goede plaats om te freeriden, ofwel poeder skiën. Wij zijn ook al vaker in La Thuile geweest om die reden. Sterker nog, vanwege La Thuile hebben wij de Aosta vallei ontdekt!

La Thuile

La Thuile ligt aan het uiterste westen van de Aostavallei (Valle d’Aosta), aan de voet van de kleine Sint Bernardpas richting Frankrijk.  Het heeft ook een grensoverschrijdend skigebied, want is gelinkt aan het Franse La Rosière. Als je er skiet merk je dat ook aan je telefoon, want je krijgt constant sms-jes die je welkom heten in respectievelijk Frankrijk en Italië.

Ook hier heeft het dit jaar veel minder gesneeuwd vergeleken met andere jaren maar het micro klimaat van La Thuile heeft er wel voor gezorgd dat hier duidelijk meer ligt dan we tot nu toe gezien hebben. Waar het in Champoluc en Cervinia naast de pistes wel heel dun of zelfs kaal was, is het hier toch mogelijk om off piste te gaan. Maar ja, waar vind je in deze condities de beste plekjes? Daar gaan we wat lokale hulp voor inroepen.

Mont Valaisan back country

Wij gaan dus op pad met gids Alberto. Het is nog steeds prachtig weer en het blijft vrijwel windstil, ook hoger op de berg. Dat betekent dat de connectie met La Rosière open is. Dat is ook waar Alberto ons mee naartoe neemt. Het doel is Mont Valaisan, waar we met de nieuwe stoeltjes lift bijna tot de top kunnen komen. Alberto belooft ons een prachtige back country afdaling terug naar Italië, maar we moeten er wel wat voor doen. Het laatste stuk naar de top wordt klimmen met de ski’s op de rugzak gebonden. Nogal oppassen want de klim ligt in de zon en de ingesleten “treden” zijn nog keihard – en glad- ijs.

We doen het rustig aan en na een klim van ongeveer 30 minuten staan we op de top. Samen met nog wat parapente vliegers, die met een hele grote rugzak naar boven klommen. De parapente vliegers nemen de route richting La Rosiere, waar de zon een mooie thermiek weet te veroorzaken. Wij rusten even uit van de klim, happen in een reep en drinken wat water, voordat wij het hoekje omglijden naar de noordwest kant van de berg richting Italië.  Vanwege deze expositie is hier de sneeuw heel goed gebleven, niet diep maar wel poederig.

Het is een heerlijke lange afdaling en het is goed dat we een gids mee hebben om ons de weg te wijzen. We zitten in een volledig afgezonderde vallei en nergens zijn pistes of skiliften te zien. Bijna niet voorstelbaar dat we hier tussen twee gelinkte skigebieden inzitten. Alberto begeleidt ons ook op een veilige afstand langs een watertje dat hij heel grimmig de “death pool” noemt. Het is een gat van ongeveer 2 bij 2 meter en het schijnt dat als je daar invalt de kans vrij groot is dat je mee wordt gesleurd onder het sneeuwdek en dat overleef je dus niet.

Die zwarte vlek onderin is dus de “Death pool” – foto Aimee

Na de death pool skiën we nog een klein stukje verder tussen wat bomen door, we zitten intussen onder de boomgrens. Alberto vertelt dat je hier bij veel sneeuw de hele vallei kunt uitskieën en dan kom je uit in een gehuchtje waar je een bus of taxi kunt nemen. Nu ligt er niet genoeg dus moeten we goed opletten het enige bruggetje niet te missen om zo door te kunnen steken richting skipiste. Doorsteken klinkt makkelijker dan het is, want we moeten omhoog! 

Nu gaan de ski’s op de schouder en klimmen maar. Het pad is niet steil, maar we hebben er al een klim en een lange afdaling opzitten en het is nogal warm. Ook hebben we nog niet geluncht dus de batterij is wat leeg.  Gelukkig hebben we wel zelf repen en water meegenomen, maar Alberto geeft ons een gedroogd fruit reep: super snelle energie!

Het bruggetje over en we moeten weer klimmen! – foto Aimee

Na twintig minuten stiefelen zien we over het randje de piste. Klik klik in de bindingen en snel richting lunch! Midden in het skigebied stoppen we bij Resto Le Foyer waar ze heerlijke verse pizza’s serveren. Die gaan er wel in. Gezien het mooie weer opteren wij na de lunch voor de afdaling richting Le Petit Skieur waar je kunt après skiën op zijn Italiaans. Aangezien wij logeren in het prachtige oude B&B “Martinet”, van dezelfde eigenaar dat daar direct achter ligt is dat dus om meerdere redenen een strategische keuze.

Snowkiten op de pas

De volgende dag besluiten we de pistes te verkennen. Het weer is omgeslagen en er is veel bewolking en wind. Het blijkt dat de pistes richting de kleine St Bernard pas het lekkerste zijn en er is daar ook meer zicht, zelfs af en toe een beetje zon. Op de pas waait het eigenlijk altijd en om die reden een vaste spot om te snowkiten! Snowkiten is eigenlijk hetzelfde als Kitesurfen, maar dan sta je op een snowboard of ski’s. Net als bij Kitesurfen zien we de riders ook aardige sprongen maken.

Snowkiten op de pas

We besluiten naast de kite area bij resto St Bernardo, genoemd naar de pas waar het ligt, te stoppen voor lunch. Daar eten we het menu van de dag: vooraf lokale vleeswaar en daarna gestoofd bergkonijn met polenta. Daar zijn ze maar wat blij dat we komen eten. Omdat het een beetje een uithoek is van het ski gebied komen er niet zoveel mensen.  Voor ons juist fijn: de pistes en de sneeuw zijn beter, minder mensen wat wil je nog meer! In de zomer is het er veel drukker (en warmer!) met fietsers, motorrijders en automobilisten, als de Kleine St Bernardpas open is.

Op weg terug richting Le Petit Skieur, stoppen we ook nog even in Le Riondet, en ontzettend schattig restaurantje waar we als opwarmer een Bombardino drinken. Elk hoekje van het huisje is een belevenis en hieronder een kleine collage:

La Thuile in het kort

Na het gezellige Champoluc en het internationale Cervinia is La Thuile lekker ongecompliceerd. Door de connectie met La Rosière is het gebied lekker groot en buiten de pistenkilometers heeft het een nog groter gebied om te touren of freeriden. Het dorp La Thuile bestaat eigenlijk uit twee delen: het deel bij de liften waar je veel grote appartementgebouwen vindt, de camper plaats en de camping. En het wat hoger gelegen deel dat ze Entrèves noemen, waar ons heerlijke B&B “Martinet” ook ligt: dat ziet eruit als een authentiek bergdorpje. Vanuit Entrèves ski je overigens ook zo naar de lift.

Ontbijt in Le Martinet

Smikkeltips:

Als je aan de kant van de cabine baan zit, eet je heerlijke lokale gerechten maar ook heerlijke pizza’s bij Taverna Coppapan/ Le Dahu. Verstopt in het oude centrum vind je La Fordze waar je heerlijke Fontina kaas gerechten kunt eten.  ’s Ochtends voor cappucino en ontbijt en ’s middags voor de apéro ga je naar de lokale hang out La Buvette. 

Als je in de Entrèves kant zit, is de beste en leukste lunch en apres ski tent “Le petit Skieur”. Op vrijdag en zaterdag avond kun je er ook dineren (wel reserveren!). Verder vind je er nog Lo Tata, een prachtig authentiek restaurantje met een lokale keuken. Ontbijtcappuccino en lekkers haal je bij “Chocolat”.

Meer over freeride en touring paradijs “the Wild side of Mont Blanc” La Thuile vind je op hun website.

Courmayeur

Het is alweer tijd voor de laatste stop van onze skisafari: Courmayeur. Courmayeur ligt beneden in het dal, vlak voor de entree van de Mont Blanc tunnel richting Chamonix. Het is een vrij grote plaats, met een echt centrum en zelfs een bioscoop. Het is een mondaine chique plaats en daarom vinden we dat we hier ook een mooi mondain hotel moeten zitten, dat nog wel redelijk betaalbaar is: Le Bouton d’Or.

Ook heeft het een prachtig skigebied dat zich uitstrekt over twee valleien: Val Veny en Val Ferret.  Ook vandaag is het zicht zeer matig en sneeuwt het af en toe een beetje. Gelukkig maar dus dat je in Courmayeur niet alleen prima afdalingen vindt maar ook vele tentjes op te piste om op te warmen met een Bombardino, het Italiaanse opwarmertje, dat bestaat uit een soort warme advocaat met room. Het is echt veel lekkerder dan dat klinkt! We lunchen in een resto Capitan des Alpes beneden in Val Veny. In de zomer zijn daar een aantal campings en kun je er met de auto komen.  In de winter kom je er alleen met ski’s of per sneeuwscooter.

Het is een hele gezellige drukke tent en we zijn blij dat we hebben gereserveerd.  Vooraf eten we een plateau met lokale vleeswaar en daarna een heerlijke pasta. Afgetopt met een lokale digestive: Genepy.  Na de lunch gaan we de hoogste liften van het ski gebied proberen: dat zijn nog hele oude cabines van zeker vijftig jaar oud. Maar ze doen het nog steeds en ze gaan supersnel! Normaal gesproken bereik je met deze liften een paar hele mooie skiroutes (ongeprepareerd maar wel beveiligd tegen lawines), maar deze zijn door te weinig sneeuw nu niet skibaar. Dus ook hier houden we het op de geprepareerde piste, die ook hier prima zijn.

Oud cabinetje maar hij werkt nog prima!

Skyway

Het einde van onze skisafari komt in zicht.  We besluiten nog wel de Skyway te nemen richting Punta Helbronner en daar te lunchen, voordat we de Mont Blanc tunnel induiken richting Nederland. Die Skyway is wel echt een stukje bijzondere techniek: een ronddraaiende cabine die je in twee delen naar 3500 meter brengt. Je kunt vanaf daar met gids richting Chamonix skiën (Vallée Blanche) of via een steile wand terug richting Courmayeur. Dat bewaren we wel voor een keer als het sneeuwdek wat dikker is en het zicht beter.

Wij zijn al eens eerder helemaal boven geweest, in de zomer en als het helder is heb je een prachtig uitzicht op de bergen om je heen. Vandaag is het helaas nogal bewolkt, maar ook dat geeft mooie plaatjes. We komen er ook achter dat er daar ver boven op de berg een hele speciale champagne achtige wijn wordt gemaakt, Cuvee des Guides. Als we deze later bij de lunch proeven moeten we toegeven dat die “guides” weten hoe je een lekker bubbeltje maakt, heerlijk zacht. Maar het handwerk maakt het wel prijzig, dus dat is echt iets voor speciale gelegenheden.

Die lunch kun je nuttigen op het middenstation. Het is een buffet waar je drie kleine gerechtjes kunt uitkiezen die allemaal in kleine glaasjes of pannetjes worden aangeboden: Dat maakt het buffet meteen super hygiënisch. Na de lunch nemen we de cabine naar beneden, vanuit waar we op de hellingen de gemzen kunnen zien lopen. Daar stappen we de auto in richting Nederland.

Courmayeur in het kort

Courmayeur is weer een heel ander type plaats dan we tot nu toe gezien hebben: eerder mondain. VIPs worden rondgereden in spiksplinternieuwe Landrover Defenders en her en der zie je ook bontjassen rondlopen. Hotel Le Bouton d’Or is een aanrader, we aten er het lekkerste ontbijt van de hele trip. Ook brengt de chauffeur je van en naar de lift.

Vanuit het hotel loop je in twee minuten de winkelstraat in, waar je prachtige winkels vindt, ook voor interieur. Regelmatige vind je er tentoonstellingen, want Courmayeur wil haar mondaine naam waar blijven maken. Omdat het een serieuze plaats is, is het ook zeer geschikt voor niet-skiërs.

Genieten in restaurant “La Terrazza”

Smikkeltips

In een mondain oord wil je natuurlijk heerlijk chique Italiaans dineren: dat doe je in “La Terrazza”. Als je toch meer zin hebt in een simpele pasta of wagenwiel pizza ga je naar “Du Tunnel”. Op de piste is de gezelligste plek Capitan des Alpes in Val Veny, maar de allerbeste Bombardino en verse pizza’s vind je in “Chez Ollier”.

Meer informatie over Courmayeur vind je op hun website.

Valle d’Aosta – Aftermath

Onze skisafari zit er weer op: we hebben vier grote en afwisselende skigebieden bezocht. Elk met zijn eigen specialiteit. Champoluc met het Monterosa skigebied waar je in drie valleien kunt skiën. Het Internationale Cervinia met de link met Zermatt en daarmee een giga sneeuwzeker skigebied tussen de 1600 en 3900 meter. La Thuile met zijn micro klimaat waar de sneeuw vanuit het westen met grote hoeveelheden en koud, dus poederig valt. En het mondaine Courmayeur dat een leuk skigebied combineert met de Skyway waarmee je naar Chamonix kunt skien (met gids).

En dan hebben we nog lang niet alles gezien. We zijn niet in de vele forten geweest die in het dal staan, Aosta met haar Romeinse historie zijn we voorbijgereden en we hebben de kleinere skigebieden overgeslagen. Zoals Champorcher helemaal aan de oostkant en Pila dat direct vanuit de hoofdstad Aosta per cabinebaan bereikbaar is. Of Cogne met zijn prachtige beschermde natuur. En dan noem ik meer gebieden niet dan wel.

Het komt er dus op neer dat je eigenlijk nooit een verkeerde keuze maakt als je in Aosta gaat wintersporten. De vierduizenders, het heerlijke eten, de natuur, de historie, grote internationale ski gebieden: het heeft eigenlijk alles, voor iedereen. En tegen een hele redelijke prijs. Het enige nadeel is dat je wat verder moet reizen. Michelin noemt in zijn gids restaurants als ze de omweg waard zijn. Aosta is eigenlijk precies zo: De omweg meer dan waard.

Lees hier deel 1 van mijn reisverslag