Reisverslag | Actief wintersporten in de Franse Alpen
‘8 kilometer per uur’ zie ik staan als ik naar mijn stuur kijk. Thuis tik ik op de fiets met gemak het driedubbele aan, maar hier op de Route du Tour richting de Col de la Madeleine, krijg ik dat niet voor elkaar. Mathieu, onze gids, fiets voor ons en zwaait wild met zijn rechterarm. We moeten meer naar de berg gaan fietsen, hij wil niet dat we onverwacht uitglijden en naast de piste terecht komen.
Seconden later draait de piste naar links, waardoor onze eindbestemming in het zicht komt. Hier staat een klein huisje, overdag fungerend als restaurant, waarbij het witte zonlicht van de opkomende zon de rest van het uitzicht nog verbergt. Met nóg meer enthousiasme duw ik mijn voeten steviger in de trappers. Ik kan niet wachten tot ik boven ben.
Het uitzicht op de Mont Blanc
Mijn fatbike leg ik zo snel als ik kan in de sneeuw en ik maak mijn handen vrij om met mijn camera op pad te gaan. Hier bovenop Col de la Madeleine is het uitzicht waanzinnig. Ik zie pistes achter me die nog verder omhooggaan op de 3000’ers achter ons. Grillige rotsen met de blinkend witte sneeuw vormen voor, achter en naast ons het landschap. Hoewel ze allemaal enigszins hetzelfde lijken, zorgt het aanzicht van de Mont Blanc in de verte ervoor dat ik nét iets langer stil blijf staan.
Hier in de Franse Alpen, vind je de twee verbonden skigebieden – Valmorel en Saint-François-Longchamp. Hoewel het voelt alsof ik in een uit beton opgetrokken dorpje terecht ben gekomen, heeft het toch een bepaalde sfeer over zich heen. Waarschijnlijk is het een combinatie van de pistes gehuld in mist en de vriendelijke Fransen die ontzettend hun best doen om Engels te praten wat me zo’n fijn gevoel geeft.
Wat gebeurt er op de pistes als je slaapt?
Nog geen 48 uur geleden kwamen we hier aan, maar inmiddels tikken de uren weg voordat we weer in de bus stappen op weg naar huis. In de kleine glimp die ik heb opgevangen hier, is het me duidelijk geworden dat de piste, waar dagelijks zo veel mensen vanaf komen met ski’s en snowboards, ook voor zoveel andere doeleinden gebruikt worden. En dat er tevens veel meer achter schuil gaat dan men zal denken.
’s Nachts rijden de pistebully’s van links naar rechts, om de pistes te prepareren voor de volgende dag. Een aantal uur later – als de lucht weer blauw kleurt – staan de pisteurs klaar om alle pistes na te kijken. Fatbikers zoals Mathieu, hardlopers uit het dorp én de sledehonden uit Valmorel bezoeken de piste lang voordat wij als toeristen ook maar uit ons hotel zijn gestapt.
Met volle angst vooruit
Maar ook overdag, tussen al die skiërs en snowboarders, gebeurt er meer dan je op het eerste oog zal zien. Dichtbij de sneeuw en sneller dan menigeen op de piste, zie je zo nu en dan een Yooner voorbijschieten. Deze soloski’s met zitjes zijn voor jong en oud leuk én leerzaam. Hoewel skiën een compleet nieuwe ervaring voor me is, had ik het gebruik van de Yooner al snel onder de knie. Naast dat ik dus met 40 kilometer per uur lachend van een groene piste kwam, leerde ik hoe ik kan vertrouwen op de ijzers van je ski’s en het verplaatsen van je gewicht. Een echte aanrader dus!
En niet te vergeten dat ook hier, in Saint-François-Longchamp, meer dan genoeg in rood gehulde skileraren en –leraressen van de piste af komen, met de bambi’s en de meer gevorderde wintersporters op latten. Zelfs als je het al kunt, brengen deze leraren je direct naar de mooiste plekjes van het resort.
Tinten van de Provence in Serre Chevalier
Saint-François-Longchamp toont een duidelijk contract met Serre Chevalier, waar we ook een bezoekje brengen. Opgebouwd uit vier verschillende dorpen, vormt Serre Chevalier een uitzondering op de meeste skiresorts.
In slechts twee dagen lukt het ons om een goed beeld te krijgen van de verschillende dorpen. In de oude stad van Briançon loop je door smalle steegjes met huizen in kleuren van de Provence, om je vervolgens te verwonderen over de Tibetaanse vlaggen die her en der in en langs winkeltjes hangen. Van de locals hoor je vervolgens dat er een Tibetaan in het dorp leeft, die de vlaggetjes uitdeelt voor voorspoed en geluk. Dat zie je niet overal!
In Ville Neuve, Chantemerle en Le Monêtier-les-Bains is de moderne tijd duidelijker zichtbaar, van de talloze sportwinkels, tot de meest verfijnde restaurantjes. En natuurlijk heb je vanaf ieder dorp de mogelijkheid om zo in de gondel te stappen.
Skiën in zonnebloemgoud
Serre Chevalier staat niet voor niks bekend onder de Fransen als een geweldig skiresort. De verschillende dorpen bieden een grote variatie aan uitdaging voor zowel de beginnende skiër als de gevorderde sneeuwbedwinger. Ieder dorp, van Le Monêtier-les-Bains tot aan Briançon is weer voor een andere doelgroep geschikt. Zo raadt Lisa de beginners aan om naar Briançon te gaan, terwijl Le Monêtier-les-Bains juist meer geschikt is voor de gevorderde skiër. Maar, natuurlijk zijn alle gebieden verbonden en kun je ze allemaal ontdekken tijdens jouw wintersport.
Het mooie aan Serre Chevalier is de hoeveelheid lariksbomen. Deze verliezen iedere winter hun naalden, waardoor in de herfst een prachtig kleurenpalet van geel en oranje ontstaat. Het wordt hier ook wel het ‘zonnebloemgoud’ genoemd. Doordat de naalden van de bomen vallen, kan er meer sneeuw vallen tussen de boomstammen. Met meer sneeuw én meer licht, vormt dat de perfecte off-piste ervaring.
Het snelste naar beneden met een zipline
De pistes ontdekken op ski’s is dus één optie, maar de snelste manier om af te dalen? Dat is toch wel de Géante Tyrolienne. Stap een… stap twee…. Het houten platform waarop ik me bevind staat zo’n 20 meter boven de grond. Hoogtevrees heb ik niet als ik hier zo sta. Toch zijn die laatste twee stapjes op het trapje genoeg om mijn hoogtevrees terug te brengen. Hier moet ik gaan staan, in mijn harnas, om aan de Tyrolienne gekoppeld te worden.
Het harnas zit om mijn benen en om mijn rug, als een soort stoeltje waar je in gaat hangen. Het moment dat ik mijn benen dan ook vooruitsteek en ik in het harnas kom te hangen, kan ik me pas overgeven aan het gevoel. Alsof het nooit anders is geweest ontstaat er een grote glimlach op mijn gezicht. Laat mij maar gaan! Ook de instructeur heeft het in de gaten, die me ondertussen als een schommelstoel heen en weer blijft zwieren. Terwijl ik naar links kijk naar Lisa, hoor ik ÉÉN, TWEE, DRIE! Waarna ik een lichte schok voel, een paar centimeter naar onder val en vervolgens met de wind in mijn haren naar beneden suis!
Fonduen in de wildernis
Sterren fonkelen in de lucht terwijl mijn adem kleine wolkjes blaast voor mijn neus. We staan klaar met onze sneeuwschoenen om een ‘Igloo Food & Foot’ tour te gaan maken. Alexandre is volledig uitgerust en vertelt over zijn ervaring als gids. Hij volgde de opleiding tot International Mountain Leader, werkte en woonde in diverse Scandinavische landen en hij is sinds een aantal jaar terug in Frankrijk om die ervaring ook hier mee te geven.
Stappend door de sneeuw vervolgen we onze weg, niet wetend waar Alexandre ons heen brengt. “Iedere dag een nieuwe route”, zijn motto, is duidelijk zichtbaar als ook hij soms moet stoppen, om zich heen kijkt en vervolgens mompelend weer grote passen vooruitzet. Ondertussen vertelt hij ons over de lokale ecologie en de merkbare klimaatverandering.
Hoe bouw je een iglo?
Ineens zet niemand stappen meer. Alexandre staat ook stil, voor de groep. Met zijn armen wijd gespreid en rondlopend op de plek waar we staan, laat hij ons zien waar de Iglo dit jaar stond. Wij zijn te laat om dat mee te maken, want de temperatuur is al een aantal weken zo hoog dat de Iglo het niet meer vol kon houden. Inmiddels staat iets verderop een tipi, die zo in de laatste weken van het winterseizoen dienstdoet als iglo. Compleet uitgerust met tafels, stoeltjes en een open haard schuiven we vervolgens hongerig aan.
Voor het eerst in mijn leven roer ik in een pannetje met kaas, schenk ik wijn – in diezelfde pan én in onze glazen – om even later met mijn prikker en gescheurd stokbrood van deze lokaal gemaakte fondue te genieten. Alexandre’s foot & food tour brengt ons dichterbij de natuur. Niet alleen tijdens de wandeling, maar ook nu. We zijn ons ervan bewust dat de wolven en wilde dieren in ditzelfde gebied leven, we weten dat het dorpje maar een paar honderd meter verderop ligt en tóch, toch voelt het alsof we alleen zijn. Hier midden in onze sneeuw, in de tipi.
Mijmerend genieten van de thermale baden
Turend kijk ik om me heen. Ik probeer me af te sluiten van alle geluiden die ik hoor, van mensen die ook komen genieten van dit prachtige uitzicht, terwijl ze genieten van een heerlijk warm bad. In één ademteug probeer ik nog heel even terug te denken aan afgelopen week, aan hoe intens maar hoe speciaal het was. Zowel Serre Chevalier als Saint-François-Longchamp hebben me betoverd.
Wintersport is niet langer alleen naar boven en beneden op de piste, het typische eten of het samenzijn met vrienden. In beide Franse skioorden loont het zich om juist dat stapje extra te zetten, een nieuwe activiteit te proberen of met locals te praten over hun verhaal, afkomst en favoriete bezigheid hier in het skigebied. Juist dan krijgt een gebied écht de kans om zijn ware aard te laten zien.
Meer te weten komen over deze prachtige locaties in de Franse Alpen? Lees snel verder over alle faciliteiten in Serre Chevalier en Saint-François-Longchamp.
Opgegroeid in Nationaal Park de Maasduinen is mijn passie voor de natuur al sinds kleins af aan gevoed door mijn omgeving. Wandelen, fietsen, boulderen en mountainbiken zijn de sporten die ik het meest beoefen in de buitenlucht, maar ook fotograferen is een van mijn hobby’s. Met mijn achtergrond als Toegepaste Bioloog en liefde voor reizen, natuur en duurzaamheid hoop ik jullie op Snowrepublic mee te kunnen nemen in mijn belevenissen in de bergen.