De ‘Big Five’ in de sneeuw

Ga jij na het vallen van verse sneeuw in de nacht, de volgende ochtend met de eerste lift on hoog? Dan heb je vast weleens dierensporen onder de skilift gespot. Op en onder de sneeuw leeft van alles. Door de mens lopen deze dieren vaak met een grote boog om de pistes heen, maar net buiten de skipistes kun je genoeg wildlife tegenkomen.

Steenarend

Bij het spotten van dieren moet je niet alleen naar beneden kijken, ook in de lucht is er genoeg te zien. De steenarend is een van de grootste roofvogels van de Alphen. Je ziet ze vaak cirkelend in de lucht op zoek naar voedsel. De dieren hebben een vleugelwijdte van wel 2 meter en wegen ongeveer 5 kilogram. Je kan ze herkennen door de lichtgekleurde veren aan de binnenkant en bruine veren aan de buitenkant. Het puntje van de staart is bijna zwart. 

Deze roofvogels hebben een lange tijd veel geleden door bijvoorbeeld jacht en vergiftiging. Tegenwoordig worden ze niet meer gezien als bedreigd diersoort. 

Sneeuwhaas

De sneeuwhaas is een iets kleiner dier dan de rest uit dit lijstje, maar in bijna elk Europees skigebied zijn ze te vinden. De dieren zijn vooral in de nacht actief, maar bij verse sneeuwval laten ze zich ook overdag zien. Sneeuwhazen zijn wat kleiner dan de Europese hazen en ook de oren zijn wat korter. Dit zijn namelijk goede aanpassingen om te kunnen leven in koudere omstandigheden. Ook bijzonder is dat sneeuwhazen erg goed gecamoufleerd zijn.

In de zomer heeft hun vacht de kleur bruin en in de winter veranderd deze naar wit of grijs. De kleur maakt het wel extra lastig om ze in de sneeuw tegen te komen, maar de sporen heb je vast en zeker wel ooit gezien onder de lift. 

Gems

Een gems is een kruising van een geit en een antilope en leeft boven de boomgrens. Om ze te vinden zal je dus omhoog moeten. Toch komen ze ’s winters ook nog weleens onder de boomgrens. De koude tempraturen en het karige voedsel zorgen ervoor dat ze lager op zoek gaan naar voedsel. Gemzen zijn echte klimmers en leven dan ook vaak bij een zonnige helling. Dus waar de rotsen uit de sneeuw komen zal je ze vinden.

Als je deze dieren wil zien moet je vroeg op pad, ze zijn voornamelijk in de ochtend actief. Spot je iets wat lijkt op een gems? In de Alpen kun je ook veel steenbokken en geiten tegenkomen. 

Wolf

Steeds vaker kun je ze spotten: de wolf in de Alpen. En hoewel ze zich zelden laten zien rondom de pistes, komen ze hier steeds vaker voor. Waar deze eeuwenlang door de mens werd verdreven, is dit dier weer teruggekeerd in Europa. Met gemzen, herten en zwijnen zijn de plekken rondom de skigebieden een prima plek voor de wolven in de winter. Bang voor ze hoef je niet te zijn, wolven zijn erg schuw. 

En waar de wolf aan populatie toeneemt, is de Lynx steeds zeldzamer geworden. Deze katachtige kwam veel voor in Europa, maar heeft het nu zwaar om te overleven. Het is dus erg zeldzaam als je die spot. 

Hert en ree

Net als de wolven nemen ook de herten in de Alpen in populatie toe. De reden? Opwarming van de aarde zorgt ervoor dat herten meer voedsel hebben. In de avond heb je de grootste kans op het spotten van deze beesten. Net als de gems trekken deze dieren in de winter naar het dal onder de boomgrens. 

Ook de sporen van reeën zie je waarschijnlijk met regelmaat in de Alpen. Het verschil tussen een ree en hert is de kleur en lengte. Herten zijn groter en missen de lichte vlek aan de achterkant van het lichaam die de reeën wel hebben. 

Herten en reeën zijn voorbeelden van wild of jachtwild. Dit zijn dieren, vaak zoogdieren en vogels, waarop wordt gejaagd door de mens. In de categorie ‘wild’ kun je ook zwijnen vinden in de skigebieden. De zwijnen kennen echter zware winters, waarbij er veel overlijden.  

Tikkeltje kleiner

Bij de ‘Big’ Five horen ze misschien niet, maar er zijn ook genoeg kleine dieren die sporen in de sneeuw achterlaten. In de alpen vind je muizen, alpenmarmotten, eekhoorntjes en bergwoelratten. Deze dieren zijn in de winter druk op zoek naar eten om te overleven. Ook de sporen van deze diertjes kun je onder de liften spotten.